Ze noemen haar giftig, ik noem haar eerlijk

Gepubliceerd op 27 november 2025 om 18:12

Bij een wandeling zo een 3 maand geleden, zag ik ze in overvloed hangen: kleine, diepblauwe bessen die zacht glansden in het herfstlicht.

De sleedoorn

Ik werd wild enthousiast en besloot later terug te keren om dat klompje blauw goud te plukken.

Je kan je niet voorstellen hoe gelukkig ik word van al die cadeautjes die zomaar onder onze neus groeien.

En telkens opnieuw verbaast het me hoe weinig we ze écht kennen.

Terwijl ik daar stond, kwam de gedachte op hoe sterk dit lijkt op de rest van ons leven.

Hoe we ver weg zijn geraakt van onze ware natuur: de eenvoud, de overvloed, de verbinding. We zoeken naar vervulling, terwijl ze eigenlijk overal om ons heen te vinden is.

Net als met onze voeding: we zijn gewend geraakt aan kunstmatig, aan gemak, aan snel.

We vergeten de pure bronnen die vol leven, kracht en wijsheid zitten. Och, wat zijn we met zijn allen ver verwijderd van ons natuurlijke bestaan, op alle vlakken.

Zelfs de bes van de sleedoorn draagt dat verhaal in zich: Zij wordt vaak bestempeld als oneetbaar, soms zelfs als giftig.

Terwijl dat helemaal niet klopt! 

Ze is enkel wrang als je haar te vroeg plukt, als ze nog niet gerijpt is, als ze nog niet verzacht is door de kou.

Zodra de vorst haar heeft gekust, verdwijnt die wrange smaak.

Dan toont ze haar ware gelaat: rijk, vol, zacht.

Misschien is dat ook hoe het leven werkt: dat we soms eerst de kou nodig hebben, het vertragen, het wachten…

voor we de zoetheid echt kunnen proeven.

Ik speelde een beetje vals en stopte een voorraadje in de vriezer om een paar dagen later  om te toveren tot een heerlijke gloe gin.

Een eenvoudig recept:

  • 4 delen gin
  • 2 delen sleedoornbessen
  • 1 deel suiker

Alles in een fles, goed sluiten, stevig schudden en dan drie maanden laten trekken.

De fles kreeg een plaatsje in het keldergat, waar ik haar elke dag even kan schudden, een klein ritueel van geduld en verwachting.

Nog even wachten voor de proeftest... En jammer genoeg net te laat voor de feestdagen.

Maar ik had me een beetje laten meeslepen in mijn enthousiasme, en hield nog een flinke portie bessen over.

Te mooi om te laten liggen.

Ik ontdekte een recept voor sleedoornsap en besloot het te proberen.

Heel eenvoudig:

Warm water over de ontdooide bessen gieten, laten trekken, af en toe met een vork plat drukken zodat het vruchtvlees loskomt van de pitjes, zeven, en eventueel een beetje honing toevoegen.

Het resultaat:

Een drankje vol vitamine C, krachtig en verfrissend, dat helpt bij de spijsvertering en het versterken van het immuunsysteem.

Maar vooral een drankje dat herinnert aan wat de natuur ons schenkt, als we bereid zijn om te kijken, te luisteren & te wachten.

De sleedoorn leerde me iets waardevols: de natuur heeft geen haast en neemt de tijd zodat bitterheid kan verzachten,

maar ook dat schoonheid vaak schuilt in wat eerst te streng lijkt.

Misschien is dat ook voor ons zo.

Moeten we leren rijpen, niet opgeven als er een hobbel op ons pad komt en zijn deze, net als de kou voor de sleedoorn, noodzakelijk en mogen we vertrouwen dat betere tijden altijd volgen op het natuurlijke ritme. Om dan te ontdekken dat het leven, net als de sleedoorn, al die tijd op ons wachtte.

 

Wanneer proefde jij voor het laatst iets wat écht uit de natuur kwam?

Misschien is het tijd om weer wat vaker te plukken, te wachten, te proeven en te herinneren dat overvloed niet ver te zoeken is.

Ze groeit, gewoon, langs het pad

 

groetjes vanuit mijn nest,

Jael

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.